432
zaghoe zij zich op hetzelfde oogenblik fier oprichtten
en met schitterende oogen vóór zich uitstaarden; dan
wendden zij zich tot hunne manschappen en kalm
zeiden ze: «Aantredendaar komt de vijand
jongens, toont, dat de driekleur je heilig is, en dat
de Militaire Willemsorde waarde voor je heeft." En
later zag ik hen in een vreeslijk gevecht tegen woeste
inboorlingen eene rookwolk onttrok hen aan mijn
oog. Langzaam, als vreesden zij den uitslag van
den strijd zichtbaar te makenstegen de wolken op
de jongelieden stonden dicht bij elkander met trotsch
opgeheven hoofd monsterde de een den ander, en
elkanders hand drukkende, vroegen beiden het ééne
woord: «Gewond?" Een knik beduidde beider wel
stand, zij wendden zich naar de gewonden, en terwijl
zij zich over dezen bogen, hoorde ik hen mompelen:
«Was onze vriend hier was ons driemanschap weer
voltallig."
Maar weer maakte dit beeld plaats voor een ander.
Ik zag drie jonge gedecoreerde officieren van verschillende
wapens in de voorgaanderij van een lief officiers
woninkje zitten; opgewonden verhaalden zij elkander
hunne lotgevallen. Een jeugdig, allerbekoorlijkst vrouwtje
luisterde naar hen met ingehouden ademterwijl zij een
jongetje van hoogstens twee jaar, dat enthousiast met
de orden van één der officieren speelde, de licht
bruine krullen streeldeen met genot het molligklein
meisjen van één jaar aanschouwde, dat gierend met
uitgestoken handjens op de knieën van een ander
officier, die Jan heette, reed, en nu en dan door den
derden jonkman in de dikke wangen werd geknepen.