J ffyet palingtrekken. 'k Was in 't groot verlof, mijnheeren, In de hoofdstad gelogeerd, En hetgeen ik toen beleefde Heeft mij waarlijk gefrappeerd. 't Eedle Amsterdamsche volkje Had een spelletje uitgedacht, En als algemeene speelplaats Koos het uit de Lindengracht. Men hing toen een dikken paling Aan een touw, dat men verbond Met twee stokken, waarvan elke Aan een kant van 't water stond. Nudien paling te onthoofden Wijl men onder 't koord door voer Ja, dat was een ieders werk niet, 't Was voorwaar een heele toer. Een agent, die daar ter plaatse Juist betrokken had de wacht, Zag dit en heeft zeer krachtdadig 'tWreede spel ten eind' gebracht. Daad'lijk had men toen natuurlijk 't Lieve leven aan den gang

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1887 | | pagina 370