154
«Recht voor allen" werd gegild,
En het Socialisme lachte,
Zoo toch had men 't juist gewild.
«Schiet maar toe", werd er gekreten,
«Schiet maar toe, ik ben je broer!"
En het woedende gepeupel
Bracht de stad in rep en roer.
Salvo's klonken door de straten,
Massa's werden er gewond,
Vigilantes met gekwetsten
Zag men overal in 't rond.
't Volk moest eindelijk echter zwichten
Voor de groote overmacht,
Zulk een sterken tegenstander
Had men nimmer toch verwacht.
Zoo was dus de strijd geëindigd,
Gansch Europa repte er van,
En het buitenlandsche nieuwsblad
Meldde aan dooden duizend man.
Maar toch heeft dit treurig oproer
Nog wel voordeel aangebracht:
Want men liep met extra tijding
Van den ochtend tot den nacht,
En op Kilacadmons zalen
Klinkt uit menig barenmond
't Lied der beide Bokkebekken
Lustig in den avondstond.
Yorel.
fjr [ie1/