t j 159 Therese. Zoowat achttien maanden, Mijnheer! Henri. Achttien maandenZoolang al Waar lijk? terzijdeik ben totaal van mijn stuk! Mijn hoofd loopt om ik ben suf! Therese. Maar Mijnheer, Mevrouw ontvangt be zoeken ze zal spoedig thuis komen Mevrouw is hier dichtbijbij een paar buren. Henri. Neen0Neenik vertrek ik ga terstond weg! Mijn bezoek zou in zulke omstandigheden al te onbescheiden zijn. Therese. Maar Mijnheer, het is achttien maanden geleden. Henri. Ja, zeer zeker... achttien maanden geleden voor u maar voor mij pas vijf minuten nog niet eensgij weetzonder bepaald intiem te zijnhielden we toch veel van elkanderwij konden het goed samen vinden en mijn gezicht mijne tegenwoordigheid zou de smart bij zijne weduwe kunnen doen terugkeeren. Therese. 0! integendeel Mijnheer. het zal Mevrouw wat afleiding geven. Henri steeds in gepeins verzonkenZoudt ge dat denken Therese? Therese. Waarlijk Mijnheeren Mevrouw heeft dringend behoefte aan afleidinghaar leven is niet heel vroolijk hier buiten met een ouden oomdie ziek is Henri. Ah! woont haar oom bij haar in? Therese. Ja Mijnheersedert Mevrouw weduwe is voor het oog van de wereld. Henri. Dat is heel goed dat is bestmaar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1887 | | pagina 377