168 Henri. Zeer zeker, nicht! Laura. En waaraan dacht ge al zooals ge 's nachts in uwe tent laagt op die onmetelijke eenzame vlakten Henri. Dikwijls aan u, nicht! Laura (op spottenden toon). Ja, waarlijk? Maar dan toch zeker alleen om mij te verwenschen? Henri. Integendeelom u te zegenen. Laura. Daar geloof ik niets van waarom zoudt ge dat doen? Henri (op een eenvoudig ennatuurlijken en beslisten toon). Ik verzeker het u ik dacht aan u om u in het diepst van mijn ziel te zegenendat gij ver standiger waart dan ikdat gij begrepen hebt hoe noodlottig onze verbintenis geweest zoude zijn 0als gij het eens wistlieve nichthoe dikwerf ik mijnaar gelang ik mijn zelfvertrouwen terugkreeg heb geluk gewenscht u niet getrouwd te hebben! Laura. Maar neef! overweeg als het u belieft uwe woorden een beetje. Henri (met vuur) Omdat ge zeker ongelukkig met mij geweest zoudt zijn evenals ik van mijne zijde niet gelukkig met u zoude zijn geweestwant uw smaak verschilde geheel met den mijnen; ik was in het geheel niet de mandie paste bij eene elegante levendige, bekoorlijke vrouw van de wereld, zooals gij waartzonder die wereld te hatenbeschouwde ik haar alleen als eene gelegenheid tot afleiding Ik was vóór alles iemand, die mijn geluk te huis zocht ik had me aan ernstige studiën gewijd die u in het minst geen belang inboezemden. r

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1887 | | pagina 386