174
Baron. Ah! de vermaarde reiziger?... Mijnheer,
wees er van overtuigd, dat ik het mij een groot
geluk reken Hij reikt hem, de hand).
Henri. Ontvang wederkeerig die verzekering, Mijnheer!
Graaf. Verrukt, Mijnheer!
Laura. Gaat toch zitten, Heeren!... En sneeuwt het
nog altijd?
Graaf. 0zoo'n beetje, Mevrouw.
Baron. Een enkel vlokje! tot Henri). Denkt ge
spoedig een nieuw werk in het licht te geven
Mijnheer?... een van die verhalen, waarin ge aan
den strengen eisch van de wetenschap alle aan
trekkelijkheid en bevalligheid van de rijkste phan-
tasie weet te paren
Henri. Mijnheer, ge zijt te vriendelijk! Ja; zoodra
ik me in Parijs zal hebben gevestigdstel ik mij
voor mijne aanteekeningen te verzamelen en mijne
laatste reis in het licht te geven.
Baron. Enmag ik weten waar het laatste tooneel
van uwe geleerde onderzoekingen geweest is?
Henri. Midden-Amerikaen in het bijzonder Yucatan
en Honduras.
Graaf monocle in het oog, den voet in de hand). Dat
bestaat dus waarlijk, Mijnheer?
Henri. WatMijnheer
Graaf. Wel, die landen, die ge daar noemt...
YucatanHonduras? Als ik die namen op kaarten
zieverbeeld ik mij altijddat de aardrijkskunde
een loopje met mijne onwetendheid heeft willen
nemen... Het komt mij zoo onwaarschijnlijk voor!
Laura. Zoudt gij willen geloovenMijne heeren, dat