f
j
175
mijn neef twee jaren achtereen in die verlaten
streken heeft doorgebracht met eene tent tot dak,
zonder eenig gezelschap dan dat van zijn inland-
schen bediende?
Baron. Die toewijding aan de wetenschap is bewon
derenswaardig
Graaf. Erg kranig,. Ja, daar moet men moed voor
hebben maar dat is het ergste nog niethet
zal soms knapjes vervelend geweest zijn ge hadt
daar zeker een mooie jacht, niet waar?
Henri. Ik ging zelden op jachtzoo nu en dan
eens een schot, om wat afwisseling in mijne menu
te brengenEn voor het overige nam mijn werk
al mijn tijd in beslag.
Baron. Ahde arbeid de groote steunde groote
troosterde ware vriend van den mensch
Graaf. Die zich als de hagedis verschuilt.
Laura. Maar Mijnheer d'Escarel, tracht toch één oogen-
blik ernstig te blijven.
Graaf. Het is me onmogelijk, Mevrouw... zoo'n
discours over geleerde dingen brrr
Laura. Maar van jagen gesproken, Ileeren. Zijt ge
vandaag op jacht geweest? en hebt ge het goed
gemaakt
Baron. De sneeuw van gisteren nacht belette ons uit
te gaanMevrouw maar ik ben zoo ingenomen
geweest met dat gedwongen huisarrester wacht
mij eene drukke zittingen mijn chef[tot Iienri
want ik heb de eer, Mijnheer, substituut van den
procureur-generaal te Grenoble zijn mijn chef,
zeide iklaat bijna alle werkzaamheden voor die