j
'S-J
188
haar boven en slaagde er in haar, hoewel bewusteloos,
aan den oever te brengen.
Geholpen door eenige landliedendie toegeschoten
waren, werden Mevrouw Wildman en Wilhelmina
naar eene boerderij gebrachtwaar het spoedig gelukte
haar tot bewustzijn terug te roepen.
Na zich verkleed te hebben, wilde Henri Hardman,
zoo heette de redder van Wilhelmina, zich verwijderen,
om niet den schijn op zich te laden den welverdienden
dank uit te lokken, dien men hem tot nu toe nog
niet betuigd had, maar het was alsof iets hem belette
dit voornemen ten uitvoer te brengen.
Hij was zenuwachtig en gejaagd, wilde telkens
heengaan, maar keerde telkens ook weer terug; hij
kon de plaats niet verlatenzonder ten minste nog
eenmaal een blik opgevangen te hebben uit die prachtige
blauwe oogendie hem daar even zoo strak hadden
aangestaard.
Zich vermannende klopte hij aan de deur en trad
binnen. Wilhelmina zat in een omslagdoek gewikkeld
alleen voor het raam; de heer Wildman was met den
dokter naar zijne vrouw gegaan.
Besluiteloos en vol eerbiedige bewondering haar aan
starende bleef Hardman in de open deur staanhij
durfde de stiltedie in het vertrek heerschteniet
verstoren.
Maar eensklaps werd Wilhelmina hem gewaar, en op
hem toesnellende drukte zij hem beide handen en
stamelde met vochtig oog eenige woorden van dank.
Op hetzelfde oogenblik echter, beschaamd over deze
al te vrije uiting van dankbaarheid, sloeg zij de oogen
r