t
j
191
zonder dat hare familie hem dank had gezegd en zonder
dat zij zijn naam zelfs vernomen had, beklemde en
pijnigde haar, en haar oom, den notaris Wildman,
vergaf zij het nietdat hijtoen zij hem zijne ondank
baarheid verweet, zoo koel had gezegd: «Welnu,
iedereen in zijne plaats zou u immers gered hebben
Maar niet alleen dankbaarheid, neen, ook andere
gevoelens jegens haren redder waren in haar hart
geslopen. Zijne flinke gestalte, zijne bescheidenheid
en zijn zacht ernstige blik zweefden haar steeds voor
oogen. Ook in haar hart waren Amors pijlen door
gedrongen.
Was het wonder, dat zij zich haastte haren oom,
op wien zij en met reden verbolgen waste
verlaten en terug te keeren naar den Haag, alwaar
haar vader woonde?
Aan dezen hare liefde bekennendurfde zij nietzij
trachtte zooveel mogelijk hem te verbergen, wat er in
haar binnenste omging, en evenals vroeger mede te
doen aan alles, wat zij wist, dat hem genoegen deed.
Het was dan ook hoofdzakelijk daaraan toe te schrij
ven dat men op zekeren winteravondongeveer drie
maanden na de bovenbedoelde gebeurtenissen, ook de
gevierde dochter van den gepensionneerden kolonel
Greeman op het bal bij de familie X. zag.
Vermoeid van het dansen zat zij uit te rusten op
eene sofadie in de serre geplaatst wastoen zij plot
seling voetstappen hoorde, en opziende naast zich een
heer zag staan.
Slechts even behoefde zij hem aan te zienom in
hem haren redder te erkennen.