f-
I»
-J!
195
ontvangenhoewel er een wolk op diens voorhoofd
verscheen, toen hij den naam Hardman hoorde. Niet
tegenstaande dit ging de avond gezellig om; het ge
sprek liep over allerhande zakenzoo vertelde Hardman
het een en ander van zijne familieomstandigheden. Hij
merkte echter opdat wanneer hij dit onderwerp aan
roerde, en vooral wanneer hij over zijn vader sprak,
het den kolonel onaangenaam scheen aan te doen.
Maar daar hij de oorzaak hiervan niet kon be
vroeden meende hijdat de indrukdien hij op den
kolonel had gemaakt van dien aard was, dat zijn
aanzoek om de hand van Wilhelmina alle kans van
slagen had.
Op het eind van den avond dan ook, toen het tijd
voor hem werd om afscheid te nemen, en Wilhelmina
even de kamer verlaten had, bekende hij zijne liefde
voor haar aan den kolonel.
Op hetzelfde oogenblik echter bedekte eene doodelijke
bleekheid diens gelaat en bewusteloos viel hij achter
over in zijn stoel.
Op het geroep van Hardman snelde Wilhelmina met
eenige bedienden toeeen dokter werd in allerijl
ontbodenen het gelukte met veel moeite de levens
geesten weder op te wekken.
Droomerig keek Greeman rond, en toen hij Hardman
ontwaarde, die met Wilhelmina aan zijne voeten
geknield lag, uitte hij een akeligen gil, en riep: »Mijn
God! mijn God! is dit nu mijn straf?" maar plotseling
richtte';hij zich] op Jen zeide tot Hardman:
«Mijnheer, alles ben ik aan u verschuldigd, want
gij hebt het leven mijner dochter geredhet eenige