f- 198 Met dat eigenaardig gevoeldat wij ondervinden wanneer wijna veel strijdeen vast besluit hebben genomensliep zij eindelijk inmaar lang duurde liaar slaap niet, en reeds vroeg in den morgen stond zij weder op, om naar den kranke te gaan zien. Ook Hardman had dien nacht weinig slaap gekend zijn hart was als gebroken door de vreeselijke uit spraak van Wilhelmina's vader, maar toch kwam bij hem medelijden voor den ongelukkigen man op. Den volgenden morgen was hij dan ook reeds vroeg aan het huis van den kolonel om naar diens toestand te vernemen en tevens om, als het mogelijk ware, Wilhelmina te spreken. De dokter was juist bij den zieke, en daarom ver zocht de bediende Hardman een oogenblik te willen wachten. Toen Wilhelmina de gang doorging, om zich naar haren vader te begeven, zag zij door eene openstaande deur Hardman in gebogen houding zitten. Treurige gedachten vervulden zijn breinwant ook hij konevenmin als zijbeseffenwelk vreeselijk ge heim haren vader noodzaakte hun huwelijk te voor komen. Zachtjens ging zij naar hem toe, legde hare hand op zijn schouder en fluisterde: «Vader blijft leven, wacht en hoop totdat hij ons zijn geheim onthuld zal hebben. Wacht geduldig, want gij weet toch, dat ik nooit iemand anders dan u zal lief hebben. Een' zwa ren strijd heb ik gestredenmaar nu is alles voorbij mijne levenstaak staat mij duidelijk voor oogenalleen mijn vader moet mijn leven toebehooren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1887 | | pagina 416