t
J
u
209
Het was dus waardat een vreeselijk geheim dat
haar nu weldra geopenbaard zou worden hem folterde,
een geheim waarvan de herinnering alleen hem kon
doen geloovendat zij hem zou vloeken
Met eene door tranen verstikte stem sprak zij
«Vader, praat toch niet van zulke dingen. Al is het
geheimdat u ons toevertrouwen wilook nog zoo
ergdan toch weet gij wel dat ikdie uw liefderijk
hart kenu nooit zal vervloekenmaar u altijd lief
zal hebben.
«Kom," ging zij op vroolijken toon voort, «ge moogt
niet zoo zwaarmoedig zijn en aan den dood denken.
Laten wij God dankendat Hij u weder gezond heeft
gemaakt en laten wij nu wenschendat alles weder
tot het oude zal terugkeer en."
En hoewel inwendig bevendebabbelde zij vroolijk
voort, om haren vader afleiding te bezorgen, maar
het mocht niet baten. Het gelaat van den grijsaard
werd steeds somberder, totdat eindelijk Hardman bin
nentrad en de oude man zich langzaam oprichtte. Na
het tweetal bij zich geroepen te hebben begon hij lang
zaam te spreken.
«Hardman en Wilhelmina, luistert goed naar hetgeen
ik u zal zeggen, opdat gij straks met een gerust'ge
weten antwoord zult kunnen geven op eene vraag,
die ik u stellen zal.
«Ik zal u een jaar van mijn leven vertelleneen
jaar dat mij, toen ik het doorleefde, niet zoo ver
schrikkelijk toescheenmaar dat voor de herinnering
meer dan pijnlijk en wroegend is.
«Mijn vader was rijk en ik zijn éénig kind.