211 «Hij had haar de kens gelaten tusschen een huwelijk met mij en een geschandvlekt en naam. «Dit alles wist ik, maar hoewel eene stem in mijn binnenste mij toeriep: «Help den vader en maak de dochter met haren geliefde gelukkig," behield het slechte in mij de overhand. «Nog dienzelfden avond vroeg ik haar andermaal ten huwelijk. Met roodgekreten oogen zag zij mij aan, maar met eene zekere vastheid legde zij hare hand in de mijne, en verklaarde zij bereid te zijn mij op het huwelijkspad te volgen. «Ja, ik beminde haar, maar toch was ik wreed, die hand te durven aannemen. «Maar, helaas, ik deed het, en binnen twee maanden was ik met haar verbonden door den heiligen band des huwelijks, die door mij zoo ontheiligd werd. «Haar beminde wist niet, om welke redenen Wilhel- mina er in had toegestemd mij te huwen en be schuldigde haar dus van trouweloosheid. Kort daarna trad hij in het huwelijk met een ander, om zijne liefde onder een waas van onverschilligheid te verbergen. Wilhelmina genas niet van de wonde aan hare liefde toegebracht; na mij eene dochter geschonken te hebben stierf zij. «Eerst toen" en hier beefde de stem van den grijs aard «toen besefte ik welk een vreeselijken last ik op mijn geweten geladen haden toch had ikdat bezweer ik u, alleen uit zuivere innige liefde voor haar gehandeld; ik meende, dat niemand dan ik haar ge lukkig had kunnen makenen dat zij dit zelf zou inzien.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1887 | | pagina 429