J
CYII
Benamingen der
kleeding- en uitrusting
stukken enz.
1 Veldflesch met dop.
1 3
Bijzondere mededeelingen
en toelichtingen.
L. of S.
1 Verrekijker.
1 Signaalfluit.
1 Ransel of musette.
1 Zadeltasch.
1 Horloge.
3 Horlogesleutels.
1 Kompas.
1 Portemonnaie.
1 Zeemlederen geld
zakje.
L.
L
L.
L.
L.
2 L. 1 K.
L.
L.
1 Zakmes.
Voor onberedenen aan een
riem over den linker schouder.
Voor beredenen in een der
sacoches.
De dop van de flesch moet
tevens dienen om er uit te
drinken.
Voor onberedenen in een étui
aan een riem over den linker
schouder.
Voor beredenen aan een riem
om het lijf.
Aan een koord om den hals.
Voor onberedenen. De musette
met een breeden riem over den
rechter schouder.
Voor beredenen. Te bevestigen
aan de rechter zijde van den
zadel (waterdicht) voor kaarten,
schrijfgereedschap, opschrijf
boekje, enz. Het taschje moet
van den zadel genomen kunnen
worden.
Met secondewijzex-, liefst re
montoir in dubbele kast, aan
een lederen of zijden koord om
den hals.
Die aan het lijf: één aan het
horlogiekoord en één in de porte
monnaie.
Aan het horologekoord.
Om den hals onder het hemd,
tot berging van gelddat niet
dadelijk noodig is; liefst klein
bankpapier of goud geld. Een
geldriem of gordel kan vooral
voor compagnies commandanten
ook van veel nut zijn.
Met groote en kleine messen
kurketrekke r hoefopruimer
enz,
i? a> +->
*o