9 Den oud'ren wacht Atlieen van jong en oud geprezen, Een ieder werkt verwoeden niemand zit te lezen. De jong'ren zien zich thans, wat vreemd is hun verklaren Entrotsch cadet te zijnvloeit fier hun 't bloed door d'ad'ren Thans hoort men weer den toon des luiden roffels klinken En ieder zet zich neer tot eten en tot drinken Het goddelijke vocht der eerste levensjaren Het fonkelt in het glas en wekt de vreugd der baren. Maar ach, mijn cither ziet, dat haar de krachten falen Om al die reine vreugd, 't genieten af te malen, Dat ieders hart vervultgenoeg zij 't mee te deelen Dat wiskunst menig uur hun 't minnend hart komt streelen Dat men den knapen leert den vijand dood te schieten En op 't commando «Vuur" een zee van bloed vergieten. Genoeg, vraag elk cadet naar zijne eerste dagen, Dan klopt hem 't fiere hart met ongekende slagen, En vol van reine vreugd zal hij ter slotpoort wijzen U heilig K. M. A.ik zal u eeuwig prijzen. Koor van Cadetten. Ja 't is schoon cadet te wezen In de sterren reeds te lezen Dat u roem en eer verbeidt. Schoonom roemrijk eens het leven Voor het Vaderland te geven In een fel verwoeden strijd. Weet, het leger der cadetten, Dat den vijand kan verpletten Dient slechts Mars en Cupido Weet, het doel van aller leven Is Herakles na te streven Of Corneille's Rodrigo.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1888 | | pagina 149