Koor van Cadetten. 44 Dra klinkt de roffeldie wreed mij komt storen Licht zult gij later nog meer van me hooren. Weet het leger der Cadetten Dat den vijand zal verpletten Gaat nu slapenblij te moe Sluit om kwart voor tien reeds de oogen, Door den slaap al overtogen, Dankend toe. Straks weer gaat een dag verrijzen Die ons op den tijd zal wijzen, Dat deez' vreugde spoedt ten eind, Die de jonge officieren Hun benoeming blij ziet vieren Smart verdwijnt, Maar ook zal de dag eens dagen Dat men sidderend zal vragen Keert de fiere krijger weer?" En op roodgekleurde velden Liggen Kilacadmon's helden Dan terneer. Becda.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1888 | | pagina 154