f-
27
beter op zijne plaats geweest zijn, doch zij staat er,
en wie haar niet lezen wil, doet het best met ze
over te slaan. Het kerkhof dan was klein, iets wat
ik meer gezien heb bij kleine plaatsjes; en dergelijke
kerkhoven hebben het eigenaardige, dat de wandelaar
er gewoonlijk niet lang vertoeft.
Zoo was het ook hier Wij hadden ternauwernood
een half uur gewandeld, of we bevonden ons weer
aan den uitgang.
Wat nu te doen? Onze horloges beweerden, dat
we nog ruim twee uur den tijd haddende zon be
weerde dat wij het best dedenmet maar in de
schaduw te blijven; mijn broeder beweerde, dat hij
graag een glas bier zou drinkenen zoo beweerde
iedereen iets, met dat gevolg, dat we ons op weg
begaven naar een uitspanningsplaatsdie volgens het
zeggen van een voorbijganger zich op een geringen
afstand van het kerkhof moest bevinden.
Al spoedig bevonden we ons voor een heel aardig
buiten-café. De daarbij behoorende tuin noodigde ons
tot een bezoek uit en we traden dan ook binnen
in de hoop, daar eens rustig den tijd te zien ver-
loopen. De tuin was zooveel mogelijk van alles voor
zien, wat maar eenigszins kon bijdragen, om het den
gasten aangenaam te makeneenige priëeltjesver
schillende gymnastiektoestellenprachtig gevogelte,
eene halve menagerievijvers met roode visschen
dito's met witte visschenvijvers zonder visschenen
eindelijk nog een draaimolen.
Kan ik het helpen, dat ik dat akelig ding het laatst
noem? Is het mijne schuld, dat ik sedert dien ramp-