34
'k Zie hen iedren nacht hier komen
Om te spelen 't woeste spel
Keert dan weder booze schimmen
Naar uw groeve, naar de hel!"
«Meester!" riep de knaap wanhopend,
'k Zie daar Jan van Rénefoord
Dien gij zeven jaar geleden
Op dien landdag hebt vermoord."
«Dwaasheid," sprak de stoute ridder,
«'kZie geraamten anders niet;
'tls verbeelding, dat gij ginder
't Spookbeeld van den hertog ziet."
«Meester, ziet gij niet, het voorste
Staat de geest van Graaf Raymond
Dien gij in het diepst der wouden
Nederveldet op den grond."
Maar de ridder
Greep zijn degen,
Is den toren
Afgestegen
Viel de booze schimmen aan.
Reinoud bleef aan 'thooge venster
Sidd'rend staan
Zag zijn meester
Kampenstrijden
Geen van beiden
Overwon
Eind'lijk aan de verre kimmen
Rees de Zon.