42 gaat Roselie met haar man in de sjees nog eens naar Z., om de laatste inkoopen te doen. 't Was bij tienen toen zij den terugweg aannamen. De hemel was pikzwart, het had den geheelen avond gesneeuwd en geen sterretje was zichtbaar. Zij reden zwijgend voort't kraken van de sneeuw onder de hoeven van 't paard was het eenige geluid dat de diepe stilte verbrak. Roselie was angstig geworden, die donkere nacht, de eenzame weg werkten op haar zenuwen en dan: Teun was gisteren teruggekomen, hij was korporaal! zij had hem nog niet ontmoet, maar men vertelde, dat 'tvreeselijk was zijn wanhoop te zien, nu hij gehoord had, dat zij getrouwd was! Zij dacht na en had medelijden met hem. Zij herinnerde zich de stellige beloften, die zij indertijd gedaan hadnimmer iemand anders te huwen dan hem. De wind blies haar scherp in 't gezichtbrrr was ze maar thuis. Op een sukkeldrafje ging het voort, nog een paar minuten en zij zouden de brug bereikt hebben. Maar wat is dat een schot verbreekt eensklaps de diepe stilte en wordt door de omliggende mast- bosschen galmend teruggekaatst. Krampachtig grijpt Roselie den arm van haar man ze is doodsbleek Ook Kobus wordt een beetje ongerust; wel tracht hij zich wijs te maken, dat 'tslechts de een of andere strooper is, die op deze manier een gestrikt haasje buit maakt, maar het komt hem toch voor alsof het schot dicht in hunne nabijheid viel. Zij rijden voor-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1888 | | pagina 182