58 Beminde Siemensbuishoe schoon gij ook moogt wezen, Uw koud en ledig hart doet vuige zelfzucht vreezen. Hoe glansrijk ook uw pracht, hoe rijk uw luister zij, Uw binnenst is nog steeds een dorre woestenij. Geen zweem van vriendschapszin treedt nog uw boezem binnen Geen brandend liefdevuur verbijstert ooit uw zinnen. Maar hebt gij slechts een wijleen enklen dag geduld Dan wordt uw ledig hart met buskruit opgevuld. Het gataan de onderzij een weinig ingestonken Wordt met een plaatje blik zorgvuldig dichtgeklonken. En daarmêe is, goddank! het grootsche werk volbracht, Beantwoordt ook uw geest aan al uw praal en pracht. Gelijk een enkel woord een jong gemoed doet gloeien En 't jeugdigvurig bloed met snelle vaart doet vloeien De diepste minnepijn vermindert en verzoet, En 't innigzalig vuur der liefde branden doet Zoo doet één enkle vonk uw vurig hart ontsteken En 't hechtste projectiel in duizend stukken breken. De felste liefdevlam, die 't menschlijk hart verteert, Is luttel bij den gloed, waar gij mêe explodeert. 0, sierlijk pronkjuweel van Neerlands heldenscharen, Welk wereldsch kunstgewrocht kan ooit u evenaren Gelukkig A', dat zulk een buis bezit, En haar als hoogste goed bewondert en aanbidt Wat ooit in stof verzink', haar glans zal niet verdooven Geen spot of lastertaal kan haar deti eerkrans rooven. Blijf gij, o Siemensbuis! de trots van 'tVaderland, Maak steeds des vijands kracht en driest geweld tot sehand. Zoolang geen wanbestuur aan u vergrijp durft plegen Gaan wij met u gerust de donkre toekomst tegen. Wij duchten geen gevaar, wij vreezen Brit noch Pruis, Zoolang uw adem gaato dierbre Siemensbuis U

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1888 | | pagina 198