60 Vraag haar hoe oud zij is en de bevende lippen zullen u toestamelendat zij het zelf niet weetmaar een blik uit die donkere oogenwelke van zooveel smart en leed getuigenzal u zeggen dat die kleine magere gestalte, meer dan zestien zomers telt. Klein en mager! Hoe zou ook het kind zich ont wikkelen, dat in plaats van voedsel slagen ontvangt, dat in stede van een liefderijke bejegening te onder vinden, met vloeken overladen wordt. En toch groeit zij op. De dood, die haar zeker niet onwelkom zou zijnspaart met opzet zulke ongelukkigenom hen den lijdensbeker tot den laatsten druppel te doen ledigen. Vraag haar wat zij hier doet, en dan zal zij u vertellendat haar zusje ziekzwaar ziek is en dat heur stiefmoeder haar uitgestuurd heeft om vader te zoeken, die ergens in de kroeg zijn geld en hiermede de middelen tot herstel van zijn kind verbrast. Gevoelt gijlezeral den weemoeddie uit deze woorden spreekt? Begrijpt gij die ruwe natuur van de moederdie om haar eigen kind misschien te redden, de gezondheid, het leven van haar stiefkind in de waagschaal stelt? Ja, er zijn zulke schepsels, lezer; wezens, den naam van mensch bijna onwaardig, wier hartstocht, wier instinct hen aandrijft tot dadenwaarvan zij het gruwzame en onrechtvaardige niet beseffen. Zulk een wezen was Nelly's moeder. En haar vader? Vroeger een welgesteld, oppassend werkman, was hij na den dood zijner eerste vrouw hertrouwd, om voor zich eene huishoudster, voor

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1888 | | pagina 200