74
kunt u nog vrij illusies maken van de toekomst, maar
onthoud één ding: »wees getrouw in al uwe plichten."
«Vaarwel;" dit waren zijn laatste woorden tot mij
gericht op zoo'n ernstigen en hartroerenden toondat
ze mij tot diep in de ziel drongen. Ik kon geen
lettergreep uitbrengen om hem te antwoordende
tranen verstikten mijn stem.
Somber huilde de stormwind door 't touwwerkmet
ijzingwekkende snelheid dreef hij de roetzwarte wolken
als donkere spookgestalten door 't luchtruim voort.
Geen straal van de opgekomen maan kon tot de aarde
doordringen; hol klotsten en beukten de golven tegen
het ranke vaartuig en bedolven het somwijlen onder
een geweldige stortzee, knarsend en piepend schuurden
de ankerkabels tegen elkaar, schrikkelijk kraakten de
masten onder het geweld van den stormkletterend
stortte de regen uit den hemel neer op den zilten
waterplas
De natuur gaf terug wat in mijn hart omging. Ook
daar loeide de storm en was het een verwarde opeen-
hooping van allerlei gedachtendie mijn brein door
kruisten. Tegen het geopende venster van de kajuit
aangeleund, staarde ik wezenloos naar buiten in de
ondoordringbare duisternis.
Een vochtige koude nevel lag over het watervlak
uitgespreidtoen men den volgenden morgen den
dageraad ging begroeten. De zon gaf slechts een mat
schijnsel van zich af, er was iets weemoedigs in de
natuur, en die weemoed deed ons goed; want ons