t
J
81
Een denkbeeld vormde van het baren
Zoo overdreven en zoo tlauw!
Nu richten we ons tot u, o oudjes,
Met ons zoo welgemeend verzoek
Beschouwt ons baren als uw makkers,
Negeert toch niet dien barenlioek
Noemt gij ons dan uw kameraden
En zijn wij met uw korps vereend
Dan zal de dankbaarheid der baren
Oneindig zijn, oprecht gemeend!
Yorel.
6