<f
83
Het is op den avond vóór het Kerstverlof in het
jaar 1885. De sneeuw valt met dichte vlokken en
hult alles in een koud, wit doodskleed.
De Militaire Academie gelijktvan buiten gezienop
een kille, bevroren rots, maar anders ziet het oude
gebouw er van binnen uit. Er heerscht leven en
gewoel onder de bewoners van Kilacadmonvol ver
wachting rennen de »jonkers" door de corridors, want
van avond is het immers een Salon des Variétés-avond?
Herinnert ge u nog, kameraden en oud-kameraden,
hoe zelfs de corridors te eng werdenhoe wij een
plaatsje zochten in de eerste-jaarszalenhoe we daar
ons ongeduld niet meer kunnende bedwingen ons
hart lucht gaven in een reeks vroolijke liedjes?
Ook in de leerzalen, waar het stof door het ge
trappel uit de banken opsteeg, werd het ons te eng;
wij moesten weer de corridors op, dicht bij de deur
van de Amusementzaaldaar gingen we post vatten
om straks bij het openen dier deur, als een pijl uit
een boog die zaal binnen te vliegen en de beste zit
plaats te kiezen.
Lezeressen en lezers, die het voorrecht niet gehad
hebt, het eenvoudige en uitstekend aan het doel be
antwoordende tooneel van onzen Salon des Variétés te
zienlaat u eens overhalen om onder de veilige hoede
van een werkend lid" in gedachten door den drom
cadetten in de volgepropte corridors te dringen. Aan
vankelijk is het moeilijk zich door dien dichten troep
duwende en lachende cadetten een weg te banenmaar
pas hooren zij de stem van het door ons bedoelde