f
j
86
De heeren gaan allen naar de kleedkamer, waar zij
hunne costumes aantrekken en zich daarna door Engelbé
laten opverven en valsche baarden en knevels aan
plakken
De costumes zijn oude afleggertjes van de cadetten
zelf, die ze al te oud vonden om er mee te geuren.
Keetje, Gretchenoude NolUrmensch en Piet
van Druunkleedt je nu ook vast aantot zoover
je denkt of weetdat het bij dames zoo hoortals
je verder niet weet hoe al die damesbullen moeten
zitten, dan komt je bij de Fuggel, bij Engelbé of bij
mij, die zullen je wel helpen, gelastte de Boschuil
onder het kleeden aan de jonkers, die bij het dames-
personeel waren ingedeeld.
Wijden wij onze aandacht in het bijzonder aan dat
gedeelte van het gezelschapwant het is merkwaardig
hoe zij van alledaagsche cadetten in allerliefste jonge
deerns worden herschapen. Sokken en handdoeken,
die wij door de biljartzaal verspreid vindenvullen
de onvolledige garderobe der chanteuses aanen door
handig aanwenden van genoemde hulpmiddelenzien
de jonge dametjes er ten slotte «keurig, mollig en
rondelettes" uit. De handdoeken worden tot een poef
gerold, en «nimmer," zegt de Boschuil met een genoeg
lijken glimlach, «nimmer zag ik mooiere queue's met
meer élégance en gratie gedragen dan door mijn dames."
«Jelui mogen die costumes wel in eere houden,
want die zijn werkelijk door jeugdige schoonen gedragen.
Kijk, hier heb je een hoop waaiers, modelhand
schoenen en vlas voor je haar. Jelui hebt toch je
modeltrappers aan, want die moeten hier voor bevallige
hooge schoentjes fungeeren?"