J
91
doen veranderen. Een vervaarlijk »In Orde!" heeft
de komst der zoogenaamde Hooge Heeren aangekondigd.
De kolonel, de eerste officier, de kapiteins en de
luitenants komen achtereenvolgens langs het amphi
theater naar de plaatsen achter het orchestwaar die
verleidelijke fauteuils, enz hen wachten.
De Boschuil en de Fuggel echter treden de »Hoogen"
tegemoet, buigen als knipmessen, wijzen den hoogen
bezoekers hunne rechtmatige plaatsen en presenteeren
met een lachje de gedrukte programma's.
Op een wenk van den Boschuil begint het blaas-
orchest te spelen. De Gouverneur steekt een sigaar
op; de eerste officier volgt diens voorbeeld; de kapiteins
en de luitenants maken aanstalten om te rooken en
de nu weer woelige cadetten zijn reeds lang aan het
rookenwant pas zien de heeren den Gouverneur een
sigaar nemenof de hunne zijn in den mond gestoken
en de hand is reeds vaardig om een vlammetje aan
te strijken. Wanneer het gewenschte vlammetje den
Gouverneur als een lichtende Poolster helder en rein
zich aan de oogen van de cadetten voordoet, knarsen
alle lucifersstokjes en bijna overal ziet men vlammetjes,
zuigende monden en opstijgende rookwolkjes. Geen
wonder dan, dat vijf minuten later de toeschouwers in
een bijna ondoordringbaar rookgordijn worden gehuld.
Plotseling hooren de levendige heerendie op het
bankenamphitheater zittende oude welbekende tooneel-
beleen geluiddat veel overeenkomst heeft met het
getjingel eener scheepsbel op een mistigen dag in het
Engelsche Kanaal.
Op een der cadettendie genoeglijk zit te rooken