94
wanneer je zoo onnatuurlijk waart, den natuurlijken
aandrang om de meisjes te bewonderentegen je natuur
in te verloochenen."
wJe kunt wel gelijk hebben, oude snoepert! ik zal
het natuurlijke van je speech ter harte nemen", antwoordt
de eerste spreker, diep doordrongen van de diepzinnige
waarheid van het natuurrijke gezegde zijns kameraads.
O, wat is de wereld toch een bedrog!" klaagt de
bedrogen oude heer op het tooneeltheatraal zijne
handen ten hemel wringend. «Zelfs Nicodemus, mijn
trouwe knecht, mijn rechterhand, op wien ik meer
vertrouw dan op mij zelf, spant tegen mij samen om
mij mijn eigen dochter afhandig te maken
«Nou, nou, doove brombeer, je dochter kwijnt bij
je weg als een nachtkaars! zoo'n mensch als ik ziet
voor den drommel wel, dat ze weer blozend en gezond
wordt, sinds die knappe mijnheer haar het hof maakt!
Dacht ik niet bij mezelf: kijk, Nicodemusverricht nou
een goed werk, tracht van de jongelui een paar te
makendan krijg je van mijnheer den hofmaker een
twee duizend gulden, van de juffrouw twee duizend
gulden en van den pipa heb ik nog wel drie duizend
te pakken! Haha! dat heeft hij mij waarachtig, zonder
te willenhardop gezegd. Wat is dat toch een leuke
kwaal, die doofheid! ha, ha!"
>^oo, schurk, durf je dat nog vlak in mijn gezicht
te zeggen? buldert de vermeende doove woedend.
Wel, bent u niet doof!" vraagt Nicodemus zoo
overbluft, dat iedereen het uitschatert van het lachen.
ft Neen, vertrouwde knecht, die vreemdeling heeft mij
door electrogalvano-magnetismus genezen. Zeg mij eens,
schurk, waarmee kan ik hem het beste beloonen?"