J
95
«Door hem de hand van uwe dochter te geven",
zegt Nicodemus heel gevat.
Nicodemusmijne trouwe knecht, mijn goede raad
gever, jij blijft mij toch altijd getrouw. Vijf duizend
gulden krijg je van mij. De vreemdeling, de knappe
oorendokter, steekt de rechterhand zijn aanstaanden
schoonpapa, de linker Nicodemus toe. Deze laatste
houdt die krachtig omvatlacht zeer idiootachtig en
roept tot groot genoegen der toeschouwers:
«Kijk, dat is knap gedaan, Nicodemus, je maakt je
heer gelukkig, je jonge meesteres en dezen besten
mijnheer zalig, terwijl je je zelf een duifje van negen
duizend gulden hebt bezorgd!"
Bij deze woorden valt het schermom onmiddellijk
weer opgehaald te wordenwant de jonkers vinden
het spel der acteurs zoo «massief", dat zij ze met een
lielsch applaus terugroepen. Nadat het scherm voor
goed is neergelaten, doet het orchest zich hooren.
Nu barst de bom los; er wordt over de banken
gesprongennaar het buffet gerendgelachen en ge
schreeuwd, kortom er is een kabaal, dat hooren en
zien vergaan.
Na eenige minuten klinkt de bel weer en het scherm
wordt opgehaald.
Iedereen kijkt vol verwachting naar het tooneel
want nu komen de dames voor het voetlicht. De'deur
wordt geopend en vijf keurig gekleede chanteuses
huppelen heel aardig op het tooneel, buigen zeer gracieus
voor het opgetogen publiek en zetten zich erg nuffig
op de stoelen neer. Zulke liefelijke verschijningen
kunnen elk recht geaard cadet onmogelijk koel laten.
r