J 97 Mijn mama, dat is eerst eene vronw! Alles wat mooi is, brengt haar in verrukking en vooral de militairen! Wat is zij verzot op blinkende knoopen Zij drukt mij dan ook altijd op het hart: «Kind, zorg toch een officiertje te krijgen. Een officiertje aan je groene zijde, dat staat toch o zoo chique! Ik doe dan ook hard mijn best om jonge officieren te behagen. Wanneer een regiment langs de straten marcheert, dan kijken we allebei, mama en ik, het raam uit en dan zingt moe: 't Is militair muziek Dat vind ik o, zoo chique! En het trompetgeschal Dat min ik bovenal. Het volk loopt achteraan Daar het ook mee wil gaan 't Is militair muziek Dat vind ik o, zoo chique! De cadetten die met moeite hunne ingenomenheid gedurende den tijd, dat zij het liedje zingt, kunnen bedwingenbarsten in een hevig en langdurig applaus uit. Op de hoogste rij bankenwaar de woeligste heeren zich hadden neergezet (want anders zouden zij hunne kameraden leelijk hinderen), blijft het gejuich onverzwakt aanhouden. Het trappelen en duwen is daar zoo hevigdat een van de lui over het randje heen en alle heeren met hem mee in de laagte tuimelen. Leege limonadeflesschen en glazen volgen hen naar beneden en liggen in de bekoorlijkste wanorde tusschen de gevallenen. Dat is me daar een lawaai; iedereen springt van 7 r

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1888 | | pagina 237