t 4» -J 101 een driewerf hoerah voor onzen Gouverneur!" roept een cadet vol geestdrift uit. En driehonderd keelen heffen met volle borst een driewerf herhaald hoerah aan. »Lang leve de Salon, hoerah!" galmt het een poosje later. Terwijl de Gouverneur en de officieren de zaal verlaten, zingen alle op het tooneel staanden: So lang die Academie hier in Breda noch steht So lang der klare Markstrom die Bischofstadt durch- fgeht So lang noch frohe Lieder erschallen von Haus zu Haus, So lang geht die Gemütlichkeit der K. M. A. nicht Het heele korps brult van harte dit liedje mee. Moppie! Moppie!, een wals! een wals! vragen dringend vele stemmen en het orchest is niet zoo goed of het moet dezen dans spelen. Nauwelijks worden de eerste tonen der heerlijke muziek gehoord, of tal van jonkers zweven luchtig door de ruime zaal. Ik hoor u reeds vragen, waarde lezeres: «Maar waar zijn de danseuses dan 0die missen wij hier geheelten minste als u zoo goed wilt zijn de schoonmaaksters niet als zoodanig te beschouwen. De cadetten dansen met cadetten en muurbloemen worden hier niet aangetroffen. De medewerkers op het Tooneel dansen- met elkander, de leden van het Salonbestuur met de waarnemende dames! De muziek houdt op, de hijgende liefhebbers ver- [aus. (bis.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1888 | | pagina 241