t
V
J
103
in »de gauwigheid" te vossen. Zoo komen ze lang
zamerhand in de eetzaal, waar het appèl gehouden
en daarna gesoupeerd wordt.
Zoo eindigt dan een der genoeglijkste avonden
en tot onzen innigen spijt moeten we er bijvoegen
ook een der laatste van den Salon.
Met weemoed zal de herinnering aan de gezellige
avonden die gij ons verschaftet, in ons hart blijven
voortleven, en, kunnen onze vurige wenschen u ook
niet in het leven terugroepen, met dankbaarheid zullen
wij aan u blijven gedenken gij veelgeliefde Salon
des Variétés van Kilacadmon!
Radja van Tenom.