t
109
werden uitgestootenwelke bewees, dat genoemde
persoon het meer bij de band had gehad.
»Maar wie is die Jan Baton?" vraagt de lezer zich af.
«Och, waarde lezer, Jan Baton is een cadet en wel
een van onze oud-gediendeneen van dat geslacht
hetwelk nooit zal uitstervenzoolang de Academie blijft
bestaan, namelijk van het geslacht der asymptoten.
«Welnu, stel u voor een,.... doch waartoe een
beschrijving gegeven van dezen persoon
«Ieder cadet kent Jan Baton en om hem voor niet-
cadetten te beschrijvenochdat brengt hen toch niet
nader met elkaar in kennis.''
«Jan Baton is en blijft Jan Baton."
Het gaf evenwel niet veel, of Jan al riep, zelfs
schreeuwde, dat het «slag op was" en «z'an kwam",
er heerschte nog evenveel leven in de zaal als vóór
het moment, waarop Jan de deur, welke toegang gaf
tot den vierdejaarscorridor, met geweld dichtgooide.
Deze manoeuvre de force zou Lappi, die juist met
een stapel cahiers, boeken enz.getuigen van zijn noeste
vlijt, binnenkwam, duur te staan zijn gekomen, indien
genoemd heerschap niet door een vluggen sprong aan
het hem dreigende levensgevaar ontsnapt was.
«Da's een koopje, wat je me daar levert; ik houd
er me niet voor gerecommandeerd, hoor!"
«Oh pardon! ik wist niet, dat jij daar juist aan
kwam", antwoordde Jan, die natuurlijk was toegeloopen,
toen hij het gevaar zag, waarin Lappi verkeerde, maar
even natuurlijk te laat kwam om de deur nog te
grijpen.
«Enfin, jij doe maar!" zeide Lappi, na welken