f-
®s
444
Opstaankijken of de Luitenant het soms zieter
heen loopenden stoel pakkenweer terugkomen en
op zijn eigen plaats op den veroverden zetel gaan zitten
is het werk van een oogenblik.
Een enkele blik is voldoende'om hem te overtuigen,
dat noch G. noch een der beide anderen iets van zijn
kortstondige afwezigheid hebben gemerkt.
Dadelijk mengt hij zich dan ook in het gesprek,
totdat eensklaps een: «stilte!" van den Luitenant het
gesprek afbreekt en Kinnetje, Lappi en G. naar hunne
respectievelijke plaatsen doet stuiven.
Nauwelijks zit Lappi op zijn stoel, of hij deelt aan
Kakthum mede hoe hij aan dit meubel is gekomen
daar deze hem met een verwonderden en nieuws
gierigen blik aangluurt, wel wetende, dat onze vrind
bij den aanvang der eigenoefening geen stoel, maar
een eenvoudig bankje had.
In een paar woorden is de uitlegging van het wonder
gegeven en Kakthum vond het «nogal."
Onderwijl stond de arme C. te vergeefs naar zijn
stoel te zoeken.
Goutran, Mientje en Piet Paaltjes, die met C. aan
een en dezelfde tafel zitten en de geheele manoeuvre
hebben gezien, stooten elkaar aan en begillen zich.
Boertje, die ijverig zat te vossen, maar door de
manoeuvre van Lappi van zijn boek opkeek, en er
sinds dat moment ook niet meer in keek, zat evenals
de Toewan en Kinnetje met belangstelling de dingen,
die komen zouden, af te wachten.
Daar krijgt G. den Hydra in de gaten, die ouder
gewoonte op een stoel ziten door den Professor op