j
125
Schuitenvoerder.
Ik wóu dat die hannekemaaier met zijn gemaal
Zijn eigen inslok, die weergasche wurgpaal.
Schoolmeester.
Bay adère.
Een oude sjouw
Van een stoffel
Zonder wenkbrauw
Met een oog als een bezweken kabeljauw
Haar hiel door ééne mouw
En haar elleboog door haar andere pantoffel.
Schoolmeester.
T afelbier.
Alle menschen hebben geen verstand van bier
Doch die er verstand van hebben, die komen niet hier.
Schoolmeester.
Cadetten soos.
Voor contant geld is 't hier 't paradijs der lekkerbekken
Maar wie crediet wil hebben, mag voor hij arriveert
Iweêr vertrekken.
Schoolmeester.
Visschen in den Examentijd.
Ik zie de blieken gaarne pieken aan mijn lokaashaak.
De bovenhaling van een paling doet mij groot vermaak.
Bekend lied.