CXII
met Ionische arduinsteenen zuilen versierd, terwijl zij
goed verlicht werd door groote venstersin de gedaante
van oude kerkramen. Van uit de bovengenoemde
groote zaal kwam men door twee groote openslaande
deuren in eene galerij, die, evenals de galerij beneden,
de gansche binnenplaats omringde en ondersteund was
door blauwe arduinen pilaren van de Ionische orde.
Deze galerij liep langs de kamers der eerste verdieping,
waar de Heeren van Breda hun dagelijksch verblijf
hielden. Vooral de kamers aan de Noordzijde van
het Gebouw (24, 25, 26. 26b) waren een geliefkoosd
verblijf, wegens het prachtige uitzicht op de druk
bevaren rivier de Marken de daarlangs gelegen
weilanden. Van daar dan ook, dat zij tot de prachtigste
vertrekken van het gebouw behoorden. Zij waren
behangen met tapijtenwaarop met goud en zijde
geborduurd warende Graven van Nassau en Prinsen
van Oranjedie Heeren van Breda geweest waren
allen te paard zittende en levensgroot. Verder waren
zij versierd met veel prachtig loof- en beeldhouwwerk,
voor het meerendeel zwaar verguld.
Boven deze vertrekken was nog eene tweede ver
dieping, eveneens bestaande uit eene galerij met
daarachter gelegen vertrekken Deze vertrekken hadden
niets merkwaardigs en waren bestemd voor de
bedienden van het hof. De galerij was ondersteund
door pilaren van de Korinthische orde; bovendien was
deze verdieping versierd met vele Gothische ornementen
die bij de verbouwing in 1826 weggenomen zijn wegens
het sombere, dat den Gothischen stijl eigen is.
De vertrekken van de benedenste verdieping hadden