J
CXIII
niets bijzonders; de ruimte onder de groote zaal aan
de achterzijde van het kasteel werd geheel ingenomen
door eene open galerijondersteund door verscheiden
reeksen kolommen de gewelfde zoldering was blauw
en bezaaid met gouden sterren.
Onder het geheele gebouw had men kelders, ge
bezigd tot berging van levensmiddelen en munitie, en
tevens geschikt om bij belegering of verrassing van
het slot een laatste wijkplaats te bieden.
Is duszooals wij gezien hebbenhet hoofdgebouw
ongeveer in den ouden staat geblevendit is niet het
geval met de buitengebouwen van het kasteel, die óf
geheel geslecht en opgeruimd zijnóf door verbouwing
geheel onkenbaar zijn geworden.
Boven de hoofdpoort, die van het Kasteelplein toe
gang verleende tot het kasteel, was voorheen eene
overdekte galerijhonderd vijf en veertig voeten lang
en zes en twintig voeten breedrustende op vier en
dertig arduinsteenen kolommen en voorzien van een
vergulden voorgeveldeze galerij waartoe men langs
eene breede steenen trap opklom, was bestemd om
van daar de groote parade te kunnen zien. Bij de
verbouwing van 1826 is zij toegemetseld en veranderd
in eene groote zaal tot het doen der examensthans
bevinden zich daar de modelzaal, zaal A en het be
kende Panopticum tot welke zalen men langs dezelfde
trap opklimt.
Aan de westelijke zijde van deze galerij was een
gebouw met een vierkant hoektorentje, waar steeds
de Rekenkamer van het Huis van Nassau gevestigd
wastegenwoordig is het ingericht tot eene woning
voor den officier van gezondheid.
8