CXXI benedenzaal van den heer Fol vergaderd waren. Menigeen zal bij zich zelve vragen waarom dit jaar de Sociëteit niet tot dat doel gebruikt werd; tot op heldering strekke, dat 't Gadettenkorps dan na eenigen tijd toch gevaar had geloopen in de benedenzaal terecht te komen. De kapel van 't 6de regiment luisterde ook nu weer de feestelijkheid op. In ons midden hadden wij de eer, naast onzen geachten Gou verneur, onzen Oud-Gouverneur, den Generaal-majoor den Beer Portugael te zien beiden omringd door een groot gedeelte van het Officieren- en Leeraars-personeel der K. M. A. Menige dronk, uitgebracht op Z. M. onzen geëerbiedigden Koning, Nederland en Oranje, getuigde van de vurige sympathiewonende in 't hart van ieder cadet voor Vorstenhuis en Vaderland De algemeene geestdrift steeg evenwel ten top, toen onze Oud-Gouverneur het Cadettenkorps aansprak. Wij willen de woorden weergeven, die zoo'n blijvenden indruk op ons maakten. Die woorden waren als volgt: «Cadetten, jeugdige kameraden, zoo wij hopen, aan staande OfficierenUw Gouverneur heeft mij het genoegen gegund het woord tot u te richtenvoor mij een genoegenomdat mij aan u hechten banden van sympathie als Oud-cadet en als uw Oud-Gouverneur. Wanneer ik mij hier bevind te midden van zooveel jeugd, van zooveel uiting van levenslust en van levens kracht, dan zie ik daarin eene blijde toekomst voor ons leger, waarvan gij geroepen zult worden de eer op te houden. In een tijd als wij beleven, van vollen vrede, maar met eene wapening allerwege als nooit te voreneen vrede met een oorlog in de lucht

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1889 | | pagina 127