ST
J
CXXIX
heid van het korps wegdroegen en wier vertrek ook
als een donkere bladzijde in dit boekje moet worden
aangehaald. Eenige dagen later werd Lt. Rovers, van
het wapen der Artillerie hier te lande, eveneens tot
kapitein bij het 3de regiment bevorderd en werd
tevens bepaald, dat de Luitenants Houtman en Tonnet
aan de Academie zouden worden werkzaam gesteld;
eerstgenoemde met ingang van 1 September voor het
onderwijs in de wetenschap der Artillerie in haren
geheelen omvang.
Den 22sten Mei en den 7den Juni werden de twee
ledige plaatsenontstaan door het vertrek der Kapiteins
Smit en Vaillant, aangevuld door de komst der Luite
nants Tonnet en Van de Polbeiden van het wapen
der Infanterie h. t. 1.
Woensdag den 16den Mei brak eindelijk de zoo lang
gevreesde examentijd aan. 's Morgens werd het ge-
heele Cadettenkorps aan de Commissie van Inspectie
voorgesteld. Ook het examen der H. H. Officieren van
de Iste afdeeling der Krijgsschool nam op dezen datum
een aanvang.
Den 26sten Mei werd ons voorgelezen, dat de 1ste
Luitenant Alpherts eervol ontheven werd van zijne
detacheering aan de Academie, en werden de 1ste
Luitenants F. R. van Royen en D. G. van der Voort
Maarschalk, de laatste met ingang van 1 September,
aan de Academie verbonden.
De dood van een tweeden kameraad verstoorde
opnieuw de rust, waarin wij ons sinds 18 Maart
mochten verheugen. Weer was het Zondag, weer
beloofden wij ons allerlei genoegens van dat rustpunt,
9