6
kennissenvan het geheele cadettenkorps. En waarlijk
te verwonderen was dit niet: van zeer vele commissiën
werd hij tot lid verkozen, en overal waar het korps
hem riep, waar het gold mede te werken tot het
grootsche doel, dat ons allen moest bezielen, het korps
sterk en eensgezind te makenen een goed standpunt
te doen innemen naast de andere korpsen in Nederland,
was hij de aangewezen persoon.
Met wat al toewijding ging hij niet steeds te werk.
Hij werd verkozen tot lid van de Commissie tot
Redactie van den Cadetten-Almanak. Zonder dralen
nam hij dit aan, en waar velen dergelijke baantjes
beschouwen als een soort »geur", maar verder niets,
ging hij met allen ijver aan het werk om den Cadetten-
Almanak te doen worden, meer dan hij tot heden
zeker geweest was, het orgaan van het cadettenkorps.
Bezield met het heilige vuur om al wat hem was
opgedragen goed te volbrengen, aanvaardde hij zijne
taak dan ook met de meeste nauwgezetheid en gunde
zich bijna geen vrijen tijd vóór hij aan het cadetten
korps, als vrucht van zijn arbeid kon aanbieden een
almanak, die zeker zeer gunstig bij dien der vorige
jaren afstak.
Het eerevoorzitterschap van de Commissie tot Redactie
van den Cadetten-Almanak, hem het volgende jaar
aangebodenwas dan ook te voren nog nooit voor
gekomen.
Zeker heeft hij dit blijk van sympathie en erkentelijk
heid zeer op prijs gestelden dat hij het met recht
verwierfzal niemand betwijfelendie hem in zijne
functie aanschouwde.