22
Toen we in September 1886 van verlof terugkeerden
vernamen we officieel dat de Kolonel Baron Taets van
Amerongen tot Gouverneur der Academie was benoemd.
Sedert dien tijd heeft de Gouverneur zeker ons aller
achting in ruime mate verworven en dat het cadetten-
korps zeer met hem sympathiseerdebleek wel duidelijk
onder anderen bij de serenadehem bij zijne benoeming
tot Generaal-Majoor op den 24sten April 1887 gebracht.
Wij meenen dan ook wel uit naam van het gansche
cadettenkorps te spreken, wanneer wij den wensch
uiten, dat hij nog lang aan de Academie verbonden
moge blijven om haar tot kracht en bloei te brengen,
eene taak, die, hoewel hoogst moeielijk, naar wij
durven hopen door hem zeker zal volbracht worden.