*3>
£1111.
Jj w.
I.
rc7eer hadden de Mooren, die stoute zeeroovers
der middeleeuweneen inval gedaan in het
land der Franken. Weer had het bloed der
«Christenhonden" gevloeid, en mocht de halve maan
zich in eene nieuwe overwinning op het kruis ver
heugen. Geheele streken waren verwoest; ieder was
gevlucht voor de kromme sabel van den Mohamedaan.
Waar tegenstand werd gebodenwas deze met woede
en wreedheid gebrokenen voordat de landzaten hunne
legerscharen bijeen konden roepen was de vrijbuiter
reeds met het gestolene verdwenen, en zeilde naar
zijn vaderland terug, om daar van het geroofde te
genieten.
Wat al kostbaarhedenwat al pracht was den Moor
in handen gevallen; hij had zich immers niet, ontzien
de hand te slaan aan het heilige altaar der Christenen.
Bovendien had hij met eene even schendige als begeerige
hand vernield al wat den ongeloovigen heilig was.
Maar wat was dit alles, vergeleken bij den levenden
buit, welken hij uit Frankenland had medegenomen!
-40fr-