J 35 «De hoeri (1) der wateren!" fluistert hij ontzet zijnen makkers toedieeven verschrikt als hijop het zien der witte verschijning terstond halt houden. Doch de gedaante op de rots heeft eveneens de mannen bespeurd. Terstond begrijpt Elvira, dat het de handlangers van den Bey zijnuitgezonden om haar terug te voeren. «Terug naar den barbaar? Zijne'vrouw worden?" Daar voelt zij het crucifixdat hare overleden moeder haar op het sterfbed geschonken had met de woorden: Blijf altijd braaf, Elvira!" Haar besluit is genomen. Zij zal niet naar den Moor terugkeeren, en liever van het laatste redmiddel tegen de schande gebruik maken zij verheft zich in hare volle lengte, werpt een langen en innigen blik in de richting van haar vaderland, en stort zich, met het crucifix aan het hart gedrukt, in de golven. Den volgenden morgen verhalen de teruggekeerde dienaren den teleurgestelden vorst, dat zij slechts de hoeri der wateren bespied hebben, die zich op het zien van menschen in zee terug stortte. De fanatieke menigte gelooft het, maar sommigen fluisteren toch, dat het «misschien wel de schoone blonde maagd uit het Frankenland kon geweest zijn." (1) Hoeri beteekent in het Arabisch nimf; ook wel de schoone vrouwenwelke den gelukzaligen in den hemel door Allah worden toegezegd. Faust. r

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1889 | | pagina 185