<»0 De weg viel mij zwaar. Verscheidene keeren brokkelde de grond onder mijne voeten af. Krampachtig klemde ik mij vast aan elk steunpunt. De gedachte echter, dat ik het einddoel moest bereikengaf mij reuzen krachten. Mijne borst zwoegde; eene koude rilling doorvoer bij wijlen mijne leden. Reeds naderde ik den top. Eindelijkeen laatste inspanningéén sprong nog hoera De vreugdekreet verstikte in mijn keel. De wappe rende driekleur, half omringd door oud-strijders, ontrolde zich aan mijne oogen. Ik voelde me kleinnietig tegenover deze beproefde mannendeze gebruinde gezichtendoorploegd met litteekens. Eene onzichtbare hand gespte mij een zwaard om en voerde mij vervolgens tot bij de heilige vaan. Ontroerd omknelde ik haarmet bevende stem «Trouw aan den Koning, Gehoorzaamheid aan de Wet en Onderwerping aan de Krijgstucht" zwerende. Suc'nalb.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1889 | | pagina 191