(Êctt msioett. ij rezen in een dnistren nacht Veel vreemde visioenen Het scheen mijof het oorlog was En Pruisens legerscharen, Met hooggeheven bliks'mend zwaard, Zich wierpen in deez' landen; Ik zag den hellen weerlichtschijn Van duizend bajonetten, Van koop'ren helm en borstkuras, En kletterende sabels. Ik zag hen komen langs het veld En langs de heuvelrijen, Als vrees'bre boden van den dood, Als roofbeluste raven. Toen sloeg mij 'tsidd'rend harte bang: »0 God! die vrije gronden, Eeuw uit, eeuw in Europa's schrik, Een prooi van dwingelanden Maar zie die stofwolk van terzij Aanschouw die zwarte strepen, Die golvend slingren door het veld, Nu zichtbaar, dan verdwenen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1889 | | pagina 192