j
60
thans omdat ik een wezen kenschoonerbevalliger
edeler dan al harer zusteren.
Zij is de eenige dochter van een gepensioneerd hoofd
officier, die kort vóór mijn vertrek naar de Academie
in onze buurt was komen wonen. Haar vader, overste
v. W.had niet lang te voren zijn ontslag aangevraagd,
en wilde nu zijne woning te Vzijn laatste
garnizoenverlatenom zich op zijn buitendat reeds
lang in de familie geweest en in een der schilder
achtigste deelen van het schoone Gelderland gelegen
was, te komen vestigen.
Reeds twee maanden vóór de aankomst van onze
nieuwe buren was alles op het kasteel W.in de
bosschen, de stallen en den tuin tot hunne ontvangst
in gereedheid gebracht.
De wegen en paden waren in begaanbaren toestand
gebracht, de vijvers van kroos gezuiverd, kortom,
't prachtige landgoed was langzamerhand van eene
wildernis in een lusthof herschapen.
Al deze toebereidselen hadden natuurlijk niet plaats
gehad, zonder de nieuwsgierigheid van de oude dames
uit den omtrek op te wekken. Overal werden be
schouwingen gehouden over den maatschappelijken
toestand van de familie v. YV. Niet alleen de oude
dames maakten zich aan dat nutteloos gebabbel schuldig
spoedig volgden ook de jongere schoonen en zelfs de
heeren haar voorbeeld. De een wist dit, de ander
juist het tegenovergestelde te vertellen. Daarover
waren allen het evenwel eens, dat men gerust met
de v. W's.kon omgaan zonder zich te compromitteeren.
Al die gesprekken over hetzelfde onderwerp brachten
r