t 76 Hoe zou dit drama, waarvan ik eenig speler en eenig getuige wasafloopen Waarschijnlijk met mijnen ondergang! 't Groot verlof was aangebrokenen tot mijn ver wondering bevond ik mij op reis met haar, wier ge zelschap ik gaarne zou hebben willen vermijdenmet Ymme en hare familie. Hoe kwam dat? Ik weet 't niet. Haast geloof ik, dat wij, n. 1. mijn broer en ik, bij overrompeling er toe gebracht waren, van de partij te zijn. Dat ik geen rustig oogenblik had, spreekt van zelf. 't Eene oogenblikin hare tegenwoordigheidin de hoogste mate gelukkig; 't volgende, bij bedaard nadenken, diep rampzalig, ziedaar de twee gemoeds toestanden, die zich bij mij telkens op den voorgrond stelden en die elkander als 't ware verdrongen. Wij maakten eene heerlijke reis door de Alpen. Bijzonder bevielen ons de trotsche bergen en de schoone dalen in de omstreken van het Zwitsersche plaatsje K.zoodat wij besloten daar eenigen tijd te blijven. K. is aan een vrij groot meer gelegen. De plaats is evenals de meeste van die kleine stedendie vermaard zijn om de vele schoonheden, welke de natuur in den omtrek aanbiedtgeheel tot 't ontvangen van touristen ingericht. Van het dorp uit loopen in alle richtingeu goed begaanbare bergwegen. De streek is zeer welvarend tengevolge van 't drukke vreemdelingenverkeer. Toch IV.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1889 | | pagina 226