79
dat de regen geheel opgehouden had. Dit kwam vrij
wel met onze wenschen overeen, want, in dit honden
weer onzen tocht voort te zetten, ware dwaasheid
geweest, en evenmin konden wij er aan denken,
terug te keeren. Aanhoudend viel 't hemelwater in
stroomen neer.
Ongemerkt vloog 't eene uur na 't andere voorbij,
't Was half vier, toen wij onzen intrek in de hut
hadden genomenen eerst om zeven uur konden wij
vertrekken. Wij besloten nu maar zoo spoedig mogelijk
naar L te rijdenom bij onze bekenden aldaar
te overnachten.
Te K zou men dan wel in angst zittenmaar
daar was niets aan te doen. K.... was uur
van onze verblijfplaats verwijderd, L slechts een
half uur.
Aan dit plan werd echter de bodem ingeslagen door
een bericht, dat een herder juist vóór ons wegrijden
bracht. Hij kwam van den kant van L en ver
haalde dat de Lbeek door den regen aanmerkelijk
gezwollen en zelfs buiten hare oevers getreden was,
zoodat een aanzienlijk gedeelte van den door ons te
volgen weg vernield was geworden. Wij zouden
onmogelijk vóór den volgenden avond te Lkunnen
komen.
Wat nu te doen
Twee wegen stonden ons openöf van 't aanbod
van onze vriendelijke gastheeren gebruik maken en
den nacht in hunne woning doorbrengenöf naar
Kterugrijden.
Onmiddellijk begreep ik, dat de «wereld" den eersten