84
't veld geruimd aan die van vurige, lang verkropte
liefde0die donkere blosdie saamgeknepen
lippendie hijgende boezemdie fonkelende oogen
ze spraken zóó duidelijkdat de weinige woorden
welke zij mij op snellenhartstochtelijken toon toe
fluisterde nauwelijks in staat warenhunne beteekenis
te versterken: «Met jou, Walther, nooit!"
V.
Stilzwijgend reden wij door, en om elf uur kwamen
wij in ons hotel aan, waar men ons in doodsangst
opwachtte. Gelukkig hadden wij geen verdere hinder
nissen ontmoet.
Ik was niet in staat deel te nemen aan het souper
en begaf mij bijna onmiddellijk naar mijne kamer.
Aan slapen dacht ik nochtans nietendaar de
lucht geheel opgehelderd was, ging ik, na van kleeren
verwisseld te hebbenop het balkon zitten. Een
frisch windje verkoelde mijn koortsachtig-gloeiend
voorhoofd.
Ongestoord gaf ik mij te midden van de plechtige
stilte rondom mijaan mijne gedachten over.
De gebeurtenissen van 't laatste jaar kwamen mij
nogmaals duidelijk voor den geest met al den strijd
dien zij in mij veroorzaakt hadden.
Ik gevoelde, dat alles, wat ik in dat ééne jaar
ondervonden hadtot twee rubrieken kon gebracht
worden liefde en leed.
Helaaswaarom mocht er geen derde aan toegevoegd
wordengeluk