J 91 Weer keek zij mij aan. Plotseling helderde haar gelaat op. «Neen, Walther, nu begrijp ik je!" Jazij begreep mijAan de beteekenis van dien blik kon ik niet twijfelen. Nu moest alles beslist worden Nog steeds klemde ik haar eene hand in de mijne. Ik greep ook de andere, en barstte los: «Ymme, nu je me begrijptmag ik sprekennu mag ik je bekennen, wat ik een jaar lang gevoelde, wat mij een jaar lang ongelukkig maakte! Ymme, ik heb je lief! Nu een jaar geleden sloeg ik je op een avond ongezien gade; van dat oogenblik af begon mijn lijden: ik had je lief, maar verzette mij tegen die liefde, die mij overal vervolgde. Ik bood weerstand, omdat ik meende dat het mijn plicht was. 0, Ymme, je weet niet, hoeveel mij die strijd kostte, je weet niet, hoe oneindig hij mij heeft doen lijden. Sedert gisteren weet ik, dat je mijne liefde beantwoordt. Vergeef en vergeet het, wanneer mijne stijfhoofdigheid je leed berokkend heeft! Mijn tegenstand is gebroken. 0, Ymmehelp mij allesalles vergetenwat ik onder vonden heb. Zeg dat je mij lief hebt, Ymme!" Ik had haar naar mij toe getrokken en mijne armen om haar heen geslagen. Haar hoofdje rustte aan mijne borst. Toen ik uitgesproken had, hief zij het op, en antwoordde met een gelukkig lachje: «Ja, Walther, je hebt gelijk, ik heb je lief, onuitsprekelijk, harts tochtelijk lief!" Met een langeninnigen kus sloot ik 't schoone mondje van Ymme, thans mijne Ymme! <r

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1889 | | pagina 241