3xjrit ettstt litfae. ier Smitsin de wandeling Pier de Lange genaamd, woonde vroeger in Zeeland. Van afkomst een Belg, uit Kempenland, kon hij echter aan «den zwaoren" grond in deze streken maar niet gewoon worden en daar de pacht hoog was en hij er toch geen slag van had, de rijke voortbrengselen van dien vruchtbaren bodem voor den dag te brengen, ging het hem allesbehalve naar wensch. Op een mooien dag kreeg hij dan ook van de Zeeuwsche lucht genoeg en nam hij de wijk naar een «lochteren" grond, naar een landwaar tevens zeden en gewoonten hem meer aan zijn vaderland herinnerden, namelijk Noord-Brabant. Daar ging het hem beter binnen den tijd van drie jaar had hij het zóóver gebracht, dat hij niet alleen een aardig stukje grond en een tiental «koebèsten" er op na hield, maar zelfs een aardig huisje het zijne kon noemen. Pier was toen acht-en-twintig jaar en nu hij het zoover in de wereld gestuurd had, begon hij eens aan trouwen te denken. Ge zult vragen, lezer, «had hij dat dan nooit vroeger gedaan?" «Joawel, moar as de gin cinte hèt, dan is 't niks gedoan mit da vrouwvolk."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1889 | | pagina 245